heeft moeite met zich kwetsbaar opstellen. Zij valt soms terug in negatieve gedachten, heeft dan depressieve perioden. Ze vindt het moeilijk om over dingen te praten die haar kunnen kwetsen op werk of met vrienden. Als zich een moeilijke situatie zich voor doet, maakt zij grapjes en ontwijkt bewust mensen en reageert koel. In de therapie wordt zij zich bewuster van haar patronen en waar deze vandaan komen. Dit zorgt er voor dat zij zich minder vaak afsluit, vaker met anderen het gesprek aangaat en beter in haar vel zit.